Fake News et Eugénie Grandet

La société Parisienne vers 1820 (de Balzac, Eugénie Grandet, p. 92): “…dans une soirée il se commet en pensées, en paroles, plus de crimes que la Justice n’en punit aux Cours d’assises, où les bons mots assassinent les grandes idées, où l’on ne passe pour fort qu’autant que l’on voit juste; et là, voir juste, c’est ne croire en rien, ni aux sentiments, ni aux hommes, ni même aux évènements: on y fait de faux événements.” … fake news, une tare de notre temps, la conséquence d’internet, vraiment?

Wanneer ideeën en wapens niet overtuigen

Donderdag 2 september 2021 om 3.25 uur
Wie dacht dat van redelijkheid en verlichting een intrinsiek gezag uitgaat, is eraan voor de moeite. Dat leert Afghanistan. De ideologie van het Westen – in het bijzonder van de VS, die beloofd hadden de ‘as van het kwaad’ en de ‘schurkenstaten’ te bevechten en om te ruilen voor een westers democratisch model – wordt tot op het bot uitgekleed. Het slechte nieuws is dus dat redelijkheid niet altijd overtuigt.
Hetzelfde geldt voor de koloniale erfe­nis. We kunnen niet eeuwenlang bevol­kingsgroepen uitbuiten en landen leegplunderen, inzien­ hoe fout dat was, daarmee stoppen, redelijk worden, en er dan van uitgaan dat de benadeelde groepen op dat moment evenzeer tot redelijkheid bereid zijn. Dat is een wraakroepende verwachting. Wie alleen redelijkheid in huis heeft, staat op een strijdtoneel met lege handen.
Wat Afghanistan bovendien cynisch aantoont, en met verve, is dat gewapend machtsvertoon ook al niet overtuigt. Niet dat we dat niet wisten: ook de Europese kruistochten zijn op niets uitgedraaid.
Wat doe je dan, als blijkt dat ‘onze beste ideeën’ noch ‘onze beste wapens’ enig effect hebben op brandhaarden in de wereld? Het geopolitieke toneel is bezaaid met historische open wonden, Israël-Palestina en het Midden-Oosten, Afghanistan, Irak en Iran, Libië … Het brandt rondom ons, maar ook te midden van ons, met de erfenis van onder meer de slavernij en het kolonialisme. Wie een stem wil hebben in een debat, kan alleen een beroep doen op zijn verleden.
Er is een belangrijk onderscheid. Een authentiek verhaal van ondergane pijn of onrecht dwingt ontzag af, spreekt vanuit een eigen autoriteit. Maar dat is niet het effectiefst in een geopolitiek debat: wie zo spreekt, is – terecht – vooral bezig het eigen mentale vel te redden, niet de wereld. Het lijden draagt hier goed zijn naam: het is nog geen ver-leden, en dat kan een toekomstvisie vertroebelen. Toch kan het ook een springplank zijn om, voorbij het eigen verhaal, een visionaire houding te ontwikkelen, zoals we zien bij iemand als mensenrechtenactiviste Malala Yousafzai.
Wat het meeste slagkracht heeft op het internationale toneel, is het verleden als het afgelegde traject. Alleen­ wie steeds recht liep, of realistischer, alleen wie op elk ogenblik kritisch was over zijn beweegredenen en zich bereid heeft getoond­ zijn pad telkens opnieuw te hertekenen, alleen wie onvermoeibaar de mentale discipline heeft om voorbij de directe behoeften van de eigen groep, ook steeds het algemene belang en de precaire geopolitieke evenwichten voor ogen te houden, krijgt een stem in het debat. Alleen morele autoriteit is autoriteit. Denk aan mensen zoals Martin Luther King of generaal Ahmad­ Massoud in Afghanistan. Dat zij wel vaker een fataal­ doelwit worden, bevestigt net hun over­tuigingskracht.
Soms kunnen ook hele groepen zich door moral high ground onderscheiden. Duitsland heeft na de Tweede Wereldoorlog noodgedwongen een grotere gewetensoefening gedaan dan andere Europese landen, die al te graag het soms bescheiden verzet­ naar voren schoven om zichzelf schoon te wassen en aan die oefening te ontsnappen. Die geschie­denis ondergraaft zo de stem van Europa in de Palestijnse brandhaard.
Recht lopen, of steeds opnieuw zelfkritisch je pad hertekenen, in functie van het algemeen belang, is een teken van beschaving, een ethisch uitgangspunt. Wie denkt dat deze principiële houding, met veel directe kosten en zonder duidelijke winst voor het eigen belang, overboord mag, komt bedrogen uit. In barre tijden, waarin de rede bijzonder onmachtig is door veralgemeende angst, is het de enige stem die nog gehoord wordt, en die een verschil kan maken. Zonder dat ethische uitgangspunt breken vaak chaos­ en geweld uit. Dat zien we in Afghanistan, waar alle partijen, ook het Westen, bloed aan de handen hebben.
Als Afghanistan ons iets kan leren­, is het misschien dit: wie een stem wil hebben, moet niet alleen vooruitstrevende ideeën hebben, maar moet ook bewezen hebben het algemeen belang te dienen. Redelijkheid en verlichtingswaarden ontslaan ons niet van de verplichting recht te lopen – dat is dan weer goed nieuws.